OrthoActueel.nl
VISOLIE – Wat zijn de verschillen?
Oxidatie
Het is inmiddels bekend dat visolie in sommige gevallen ranzig (geoxideerd) kan zijn. Dit kan gevolgen hebben voor de verdraagzaamheid (oprispingen). Maar ook onze gezondheid is niet gebaat bij geoxideerde vetzuren.
Aan de oxidatie kunnen diverse redenen ten grondslag liggen. De productie, de opslag
en de soms te lange houdbaarheidstermijn.
Zoals alle meervoudig onverzadigde vetzuren
staan ook EPA en DHA bloot aan het risico van oxidatie. In de meeste gevallen wordt
er vitamine E toegevoegd als antioxidant en dat is zeker geen overbodige luxe. Als
de visolie evenwel onder minder gunstige omstandigheden wordt opgeslagen en de houdbaarheidstermijn
langer
is dan eigenlijk verantwoord, kan ook vitamine E de oxidatie op termijn niet voorkomen.
Hygiëne
De “Global Organisation for EPA and DHA” (GOED) waarschuwde in juli 2007 dat lang
niet alle leveranciers zich voldoende inspannen om de hygiëneaanpassingen beschreven
in de EU-
Adam Ismail, uitvoerend directeur van GOED:
“De realiteit is dat veel ruwe visolie uit landen komt als Peru, Chili en Marokko. Een beperkte hoeveelheid van deze productie is bestemd voor humaan gebruik en daarvan komt een deel naar Europa”
“Hierdoor is er een weinig animo bij producenten van ruwe visolie om infrastructurele
verbeteringen aan te brengen om aan de EU-
GOED dringt er op aan dat de huidige hygiënestandaard voor de productie van ruwe visolie gelijk dient te zijn aan de reeds in de EU aanvaarde condities voor de productie van gelatine.
De hygiëneregels zijn vastgelegd in de EU-
In deze richtlijn wordt er bij de bedrijven op aangedrongen om gedegen gezondheidscontroles uit te voeren
met het doel besmetting van vis(producten) met parasieten en andere schadelijke stoffen te voorkomen.
Bron: Food Quality News.com – juli 2007
Natuurlije visolie versus “getruukte”
Van nature bevinden omega-
nen verwerken. Maar om het standaardpercentage van ca. 30% EPA/DHA op te hogen zal
men de trukendoos moeten hanteren. Door de visolie te veresteren (verzepen) wordt
het mogelijk het percentage n-
Deze ethylesters (EE) lijken mooi vanwege hun hoge percentage n-
Daar is nogal wat discussie over. Er wordt aangenomen dat de biologische beschikbaarheid
van EE duidelijk minder is dan van de TG-
Dit zou dan de voordelen van het hogere percentage n-
de lever de ethylesters weer moeten omzetten in triglyceriden of vrije vetzuren om
er effectief gebruik van te kunnen maken. Wellicht is dit de verklaring dat diverse
visolieproducten er op het oog goed uit zien, een hoog gehalte aan EPA/DHA hebben
en toch niet de gewenste resultaten opleveren. Bij het testen met EAV, Vega-
test e.d. ervaart men ook wel dat deze ethylesters veel minder goed testen dan de natuurlijke onbewerkte
vorm van visolie. *)
Mogelijk dat een enkele producent de moeite neemt om de EE-
Dat verbetert het product, maar dat zal ook wel terug te vinden zijn in aanzienlijk
hogere kosten. Het voor-
deel van een hoger n-
Er wordt momenteel
gesuggereerd dat deze vetzuuresters in Zweden en Denemarken niet meer zijn toege-
staan. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is dat niet juist. Maar het feit dat dit
soort berichten de ronde doen geeft wel aan dat men zich zorgen maakt over de veiligheid
en effectiviteit van ethylesters voor hu-
maan gebruik.
Hoe dan ook zijn wij van mening dat een mooi natuurlijk product geen onnodige en modificerende bewerkingen zou moeten ondergaan.